Houtslijp

Een van de oudste grondstoffen is de houtslijp. Dit wordt gemaakt van stammetjes vurenhout. Deze stammetjes worden, nadat de bast er af is gehaald, met zogenaamde houtslijpers tot pulp verwerkt/geslepen. Een houtslijper bestaat uit een ronddraaiende slijpsteen waar de stammetjes tegenaan worden gedrukt. Door de wrijving worden vezels losgemaakt en gemalen. Om te voorkomen dat de houtvezels tijdens het slijpen gaan verbranden, wordt er bij dit proces water toegevoegd. Zo ontstaat dan de houtpulp.

Thermo mechanische pulp

De tweede grondstof is de ThermoMechanische Pulp, afgekort TMP. Ook hiervoor worden stammetjes vurenhout gebruikt. De ontbastte stammetjes worden in een chipper die te vergelijken is met een hele grote snijbonenmolen in stukjes gehakt van 2 bij 3 cm. De houtsnippers, chips genoemd, worden daarna in zogenaamde refiners gemalen tot een pulp (TMP).  De chips komen tussen maalplaten binnenin de refiner. Deze maalplaten zijn voorzien van messen en worden door een grote elektromotor aangedreven. Deze snel ronddraaiende maalplaten worden dan tegen elkaar aangedrukt met de chips ertussen. Deze chips verlaten de refiners als fijngemalen houtvezels.

Celstof

De derde grondstof is de celstof of ook wel cellulose genoemd. Cellulose wordt ook van houtstammetjes gemaakt maar het verschil met houtslijp en TMP is dat de vezels niet worden losgeslepen of gemalen maar dat deze langs chemische weg worden vrijgemaakt.

Door fijngehakte stukjes hout (chips) te koken in een chemische oplossing worden alle bindmiddelen die de vezels aaneen binden tot een boomstam, opgelost. Hierdoor komen de vezels vrij zonder dat ze beschadigd worden zoals bij het slijp/maalproces wel het geval is. Deze vezels zijn dus een stuk sterker maar ook moeilijker en duurder te produceren.

Hergebruik en verwerking van oud papier tot nieuw papier 

Inzamelen en sorteren 

In Nederland zijn er oud papierbedrijven die het oude papier inzamelen en sorteren. Bij het sorteren worden ongewenste papiersoorten uit het oude papier verwijderd. Denk hierbij aan karton, geplastificeerd papier, doorgekleurd papier enz. Ook vuil zoals plastic, touw, metaal, steen, huishoudelijk afval worden verwijderd.
Afhankelijk van de kwaliteit van het oud papier wordt het gebruikt voor de productie van verschillende soorten papier. Hoe beter de kwaliteit, des te hoogwaardiger papier wordt er van gemaakt. Oud papier van mindere kwaliteit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van grijs en bruin karton.  Na het sorteren wordt het papier al dan niet in balen, vervoerd naar de papierfabriek om te worden hergebruikt.

Opslaan van oud papier

Aangekomen in de papierfabriek wordt het papier opgeslagen in het magazijn. Er wordt goed gekeken of het oud papier de juiste kwaliteit heeft. Vaak op soort gesorteerd, of kranten en tijdschriften gemengd in bepaalde verhouding. Hierna wordt het dan met een truck op lopende banden gestort om verder te worden verwerkt.

Inkt er uit halen

In het zogenaamde flotatieproces wordt de inkt, die op de papiervezels zat, met lucht uit het mengsel gefloteerd. Dat wil zeggen in het mengsel vezels, water, inkt en zeep wordt lucht toegevoerd. Hierdoor ontstaan (net zoals bij bellenblazen) luchtbellen in het water. De inkt hecht zich aan luchtbelletjes. Deze stijgen naar de oppervlakte en vormen op het wateroppervlak een schuim dat wordt afgevoerd en verder verwerkt. De pulp, die nu van inktschuim is ontdaan, wordt verder gereinigd met behulp van reinigers en zeven. Het aldus ontstane mengsel van pulp en water kan eventueel nog worden nagemalen en gebleekt voordat het op de papiermachine komt.

Het maken van oud papier pulp

Het oude papier kan voor het maken van karton bijna direct worden gebruikt. In het meest simpele proces wordt het papier met water verpulpt (opgelost) in bijvoorbeeld een pulper (soort mixer/blender in het groot) en ontdaan van vervuiling. Na het uitzeven van vuil, kan pulp dan worden gebruikt voor het maken van nieuw karton.
In plaats van in een pulper kan het papier ook in een continu proces worden opgelost (verpulpt).  Het oude papier wordt in een ronddraaiende trommel met water en onder andere zeep gemengd en tot pulp gemaakt. Doordat de trommel draait en er papier, zeep en warm water inzit, lost het papier op tot een pulpbrij. Tevens gaat hierdoor de inkt van de vezel af.
Aan het einde van de trommel zorgt een zeef voor het afscheiden van grove materialen zoals plastics, hout en andere niet verpulpte delen uit het oude papier. De pulp wordt daarna verder gereinigd met reinigingsapparatuur en zeven. Daarna wordt de inkt, die wel van de vezel af is, maar nog in de pulpmassa en het daarin aanwezige water zit, eruit gehaald.

Mengen en namalen

Om papier de gewenste eigenschappen te geven moet er allereerst voor de juiste grondstoffen/vezels worden gekozen. Vaak wordt er een combinatie van verschillende soorten vezels/pulp gebruikt. Om een goede kwaliteit papier te maken, moeten de grondstoffen in een bepaalde verhouding – recept – worden gemengd. Ook worden er hulpstoffen toegevoegd aan de pulp voor het gewenste procesverloop en vorming van het papierblad en de gewenste eigenschappen van het papier. Het mengen van de grondstoffen gebeurt op kleine schaal door de verschillende grondstoffen in vastgelegde verhoudingen met elkaar te mengen in een menger. In de grotere papierfabrieken zoals bij Norske Skog Parenco worden de pulpstromen in een mengtank in een continu proces met elkaar gemengd zoals te zien is op dit plaatje. Continue toevoer van de verschillende soorten pulp en continue afvoer van de gemengde pulpstroom. De stromen pulp worden in verhouding aan een tank toegevoegd en met een krachtig roerwerk gemengd. Dit mengsel wordt dan verpompt naar de papiermachine die er dan papier van maakt.