1830

De oudste zoon Marten Schut zette het bedrijf voort. In april 1835 kocht Marten van zijn vier broers hun aandeel in de molen voor 2800 gulden. Twee jaar later trouwde hij op 38 jarige leeftijd in 1837 met Jacoba van Ommeren. Ze kregen samen twee zonen Paul en Gerrit. Jacoba overleed in 1859 op 61 jarige leeftijd. kort daarna nam zoon Gerrit Schut het bedrijf over van zijn vader. Vader Marten is wel op de molen blijven wonen en is op 4 augustus 1871 op de leeftijd van 72 jaar overleden
Gerrit had slechts een broer, Pouwel, geboren in 1838. Hun erfenis bestond uit de opstal van de molen (300gld), gereedschappen (233 gld.), grondstoffen (1684 gld.), landbouwgereedschap (275 gld.), meubilair (424gld.) effecten (5950 gld.) en contanten (735 gld.), samen 13.367 gld. De molen met gereedschappen en grondstoffen was voor Gerrit, terwijl Paul zich over de effecten en geld mocht ontfermen.
Gerrit Schut trouwde in maart 1873 met Maria Wilhelmina Hulshuizen, de 26 jarige dochter van de naburige korenmolenaar Hendrik Hulshuizen. De eerste zoon, Marten, werd twee maanden later geboren en werd opgevolgd door twee broers en twee zusters. In 1894 werd de molen gemechaniseerd; er kwam een 49 pk stoommachine

Bron:
H. Voorn. De papiermolens in Gelderland, Overijssel en Limburg.
Geertje Schut, haar nakomelingen in en op papier. Ton van der Meer. 2016