Oploopkast en zeefpartij
De pulp wordt nu verdund met water en hulpstoffen zoals klei, talk en chemicaliën tot een mengsel bestaande uit 99% water en 1% vezel. Deze dunne substantie wordt verpompt naar een oploopkast. Dit is een grote metalen kast aan het begin van de papiermachine. Uit de oploopkast wordt de substantie op een zeefdoek gespoten die heel snel ronddraait. Op dit zeefdoek blijven de vezels liggen en aan elkaar plakken terwijl het water door de zeef loopt. Zo wordt er al een waterig papiervelletje gevormd.
Persen van papier
Het velletje papier gaat van de zeefpartij daarna door een aantal, met vilt omspannen, perswalsen die het water er verder uitpersen. Na het persen bevat het blad nog altijd ongeveer 65%
Drogen van papier
Het velletje wat nu al een beetje op echt papier begint te lijken wordt verder gedroogd door het over een groot aantal hete droogcilinders te voeren waar het laatste water “verdampt”. Hierna kan het papier nog worden “bestreken” met een lage coatingpap waardoor het papier een glimmend en gladder oppervlak krijgt waardoor het een beter drukresultaat geeft.
Oprollen van papier
Uiteindelijk wordt het kant en klare papier tot gigantisch grote rollen opgewikkeld. Een grote rol van een moderne papiermachine kan makkelijk 3 meter dik, 10 meter breed en 30.000 kg zwaar zijn.
